Als het gaat om het bevorderen van gedragsverandering op maatschappelijk niveau, spelen overheidsinterventies een cruciale rol. Een theorie die vaak wordt toegepast in dit domein is de theorie van gepland gedrag. In dit blogartikel zullen we deze theorie verkennen en een praktisch voorbeeld bespreken van hoe deze kan worden toegepast om effectieve overheidsinterventies vorm te geven. Benieuwd naar meer modellen van beïnvloeding, lees hier meer.
Theorie van gepland gedrag uitgelegd
De Theorie van Gepland Gedrag stelt dat gedrag wordt beïnvloed door intentie, die op zijn beurt wordt bepaald door drie belangrijke factoren: attitude, subjectieve normen/sociale invloed en waargenomen gedragscontrole/eigen effectiviteit.
Attitude
Attitude verwijst naar de persoonlijke evaluatie of waardering van een individu ten opzichte van een bepaald gedrag. Het omvat de gevoelens, overtuigingen en percepties over de waarde, wenselijkheid en effectiviteit van het gedrag. Een positieve attitude ten opzichte van het gedrag vergroot de kans dat iemand het gedrag zal vertonen. Om attitudes te beïnvloeden, is het belangrijk om de voordelen van het gedrag te benadrukken, positieve associaties te creëren en misvattingen of negatieve overtuigingen aan te pakken.
Subjectieve normen/sociale invloed
Subjectieve normen verwijzen naar de sociale invloeden en de druk vanuit de omgeving om een bepaald gedrag wel of niet uit te voeren. Het omvat de perceptie van wat anderen denken, verwachten of goedkeuren met betrekking tot het gedrag. De subjectieve normen kunnen bestaan uit de normen van familieleden, vrienden, collega’s of de bredere maatschappij. Als mensen het gevoel hebben dat belangrijke anderen het gewenste gedrag steunen en aanmoedigen, zijn ze eerder geneigd om het gedrag te adopteren. Het benadrukken van positieve sociale normen, het gebruik van rolmodellen en het creëren van een gevoel van groepsdruk kan helpen bij het beïnvloeden van subjectieve normen.
Waargenomen gedragscontrole/eigen effectiviteit
Waargenomen gedragscontrole verwijst naar de inschatting van een individu van zijn vermogen om het gewenste gedrag daadwerkelijk uit te voeren. Het omvat de perceptie van persoonlijke vaardigheden, kennis, toegang tot hulpbronnen en de aanwezigheid van barrières die het gedrag kunnen belemmeren. Als mensen geloven dat ze voldoende controle hebben over het gedrag en dat er weinig obstakels zijn, zijn ze eerder geneigd om het gedrag uit te voeren. Het vergroten van de waargenomen gedragscontrole kan worden bereikt door middel van educatie, training, het bieden van ondersteuning en het verminderen van belemmeringen.
Intentie, barrières en daadwerkelijk gedrag
Deze drie variabelen (attitude, subjectieve normen en waargenomen gedragscontrole) hebben invloed op de intentie van een persoon om een bepaald gedrag uit te voeren. Intentie verwijst naar de bereidheid en het plan van een persoon om het gedrag daadwerkelijk uit te voeren. Het is een sterke voorspeller van toekomstig gedrag. Hoe sterker de intentie, des te groter de kans dat het gedrag daadwerkelijk zal plaatsvinden.
Het is belangrijk op te merken dat de intentie niet altijd resulteert in daadwerkelijk gedrag. Er kunnen nog andere barrières zijn die de overgang van intentie naar gedrag beïnvloeden. Barrières zijn obstakels of uitdagingen die het gewenste gedrag kunnen belemmeren. Het is essentieel om deze barrières te identificeren en aan te pakken om gedragsverandering te bevorderen. Dit kan variëren van praktische belemmeringen, zoals gebrek aan tijd of geld, tot psychologische barrières, zoals weerstand tegen verandering. Door oplossingen aan te bieden en ondersteuning te bieden bij het overwinnen van deze barrières, kunnen we mensen helpen om het gewenste gedrag te adopteren.
Hoe gebruik je de theorie om alcoholgebruik te verminderen?
Een actueel vraagstuk binnen de samenleving is het verminderen van het alcoholgebruik. De overheid speelt hier een belangrijke rol in en kan door de inzet van de theorie van gepland gedrag interventies ontwikkelen om alcoholgebruik te verminderen.
Attitude
Richt je op het beïnvloeden van de attitudes ten opzichte van alcoholgebruik. Dit kan worden gedaan door bewustwording te creëren over de negatieve gevolgen van overmatig alcoholgebruik, zoals gezondheidsrisico’s, sociale problemen en verkeersongevallen. Benadruk ook de voordelen van matig alcoholgebruik, zoals verantwoordelijk genieten en een gezonde levensstijl.
Subjectieve normen
Probeer de subjectieve normen rond alcoholgebruik te beïnvloeden. Dit kan worden bereikt door sociale normen te veranderen en een cultuur van matig alcoholgebruik te bevorderen. Gebruik rolmodellen, peer-to-peer communicatie en sociale invloeden om positieve sociale normen te creëren. Moedig ook open gesprekken en educatie aan over verantwoord alcoholgebruik.
Waargenomen gedragscontrole
Help mensen bij het ontwikkelen van vaardigheden en vergroot hun waargenomen gedragscontrole over hun alcoholgebruik. Bied praktische hulpmiddelen en strategieën om met situaties om te gaan waarin de verleiding om te drinken groot is. Dit kan onder andere het aanleren van alternatieve copingmechanismen, het stellen van duidelijke doelen en het ontwikkelen van sociale steunnetwerken. Ervoor zorgen dat er alcoholvrije alternatieven zijn is ook een belangrijk onderdeel hiervan.
Barrières wegnemen
Het is belangrijk om barrières aan te pakken die mensen kunnen ervaren bij het verminderen van hun alcoholgebruik. Dit kunnen sociale druk, stress, gewoontevorming en beschikbaarheid van alcohol zijn. Door ondersteuning te bieden, educatie te geven en alternatieven te presenteren, kunnen deze barrières worden overwonnen.
Intentie is een cruciale factor in gedragsverandering. Richt je op het vergroten van de intentie van mensen om minder alcohol te drinken. Dit kan worden bereikt door het versterken van hun motivatie en het bieden van concrete stappen en plannen om gedragsverandering te realiseren.
Het is belangrijk om te benadrukken dat het bevorderen van verantwoord alcoholgebruik een complexe kwestie is en dat het toepassen van de theorie van gepland gedrag een begin is om te komen tot verandering. Een succesvolle aanpak omvat vaak een combinatie van educatie, beleidsmaatregelen, sociale normverandering en gemeenschapsbetrokkenheid.
Ajzen, I. (1991). The theory of planned behavior. Organizational behavior and human decision processes, 50(2), 179-211.
Wie is BOB? (n.d.). https://www.bob.be/nl/over-bob/wie-is-bob/